Is er wel genoeg ruimte voor de wandelaar? Is het een prettige plek om te verblijven? En is er bijvoorbeeld genoeg groen en variatie? Al deze vragen komen nu omhoog, omdat onze leefstijlen en dus het gebruik van de openbare ruimte is veranderd, en de druk van de openbare ruimte groter is dan ooit. Hierbij kan het zijn dat de openbare ruimte niet meer aansluit of onze ‘nieuwe ritmes.’ Het is belangrijk om te kijken of deze ritmes nu tijdelijk zijn, of dat er ogen zijn geopend waarbij ritmes voor langere termijn aanhouden en dus ook van belang zijn om op in te spelen.
Wat voor invloed heeft de pandemie op de openbare ruimte en hoe kan je de openbare ruimte inrichten dat aansluit op zijn gebruikers?
Dit is de vraag die ik wil beantwoorden met mijn onderzoek. En om het gebruik, beleving en relatie met de openbare ruimte in tijden van COVID-19 in kaart te brengen ben ik op dit moment interviews aan het houden. Op deze manier kan ik goed de achterliggende gedachte en onderbouwing onderzoeken. Ik zit nog midden in het proces, maar er komen al interessante bevindingen naar boven! Ik wil nu dus ook één bevinding met jullie delen:
Naar buiten voor recreatie, ontspanning en sport
in plaats van naar buiten om van A naar B te komen
Ik vroeg aan de respondenten: ‘Zijn jullie nu meer of minder buiten?’ Waarop de meesten antwoord gaven als ongeveer gelijk, en soms iets minder, maar waarbij duidelijk werd dat het niet per se om meer of minder gaat, maar waarom ze buiten zijn. Veel mensen waren voor COVID-19 buiten als ze onderweg waren, en om van A naar B te komen. Maar op dit moment is dat veel minder, en zijn er andere redenen om buiten te zijn, bijvoorbeeld wandelen ter ontspanning, sporten en ontmoeten van mensen, omdat dat veiliger voelt. De openbare ruimte fungeert nu voor veel meer activiteiten, dan voornamelijk een doorgangsfunctie. Dat was natuurlijk ook al zo, maar de hoeveelheid en het gebruik van de verschillende functies is gestegen.