Hoi allemaal! Ik ben Sara, één van de Ideeënjagers, en ik wil graag met jullie delen waar mijn persoonlijk project over gaat. COVID-19 is al een tijdje in ons leven. We kunnen er niet omheen, en heeft invloed op al onze levens. Deze ontwikkeling vond ik zodanig groot, dat ik dacht: Hier moet ik wat mee doen! Daarom heb ik COVID-19 als onderwerp gekozen voor mijn persoonlijk project, en dat ga ik door middel van deze blog toelichten.

Epidemieën en ziektes hebben altijd al invloed gehad op stadsontwikkeling. Zoals de architect Cerdà, met zijn nieuwe ontwerp van de huizenblokken om de gezondheidsproblemen in Barcelona op te lossen (zie afbeelding), of de Woningwet in 1901 om de barre gezondheidsomstandigheden in de steden te verminderen, of de uitvinding van de riolering van Jon Snow in Engeland om de cholera-uitbraken te stoppen. Oftewel, gezondheidsproblemen zijn vaak nauw verbonden met ruimtelijke ordening. Zal deze pandemie ook invloed hebben op de stadsontwikkeling van nu? Zijn er ogen geopend hoe het anders kan? Eerlijk gezegd, hoop ik van wel, want er zijn knelpunten in de steden die nu wel duidelijk naar voren komen, zoals de kwaliteit van de openbare ruimte.

Foto van Unsplash

Is er wel genoeg ruimte voor de wandelaar? Is het een prettige plek om te verblijven? En is er bijvoorbeeld genoeg groen en variatie? Al deze vragen komen nu omhoog, omdat onze leefstijlen en dus het gebruik van de openbare ruimte is veranderd, en de druk van de openbare ruimte groter is dan ooit. Hierbij kan het zijn dat de openbare ruimte niet meer aansluit of onze ‘nieuwe ritmes.’ Het is belangrijk om te kijken of deze ritmes nu tijdelijk zijn, of dat er ogen zijn geopend waarbij ritmes voor langere termijn aanhouden en dus ook van belang zijn om op in te spelen.

Wat voor invloed heeft de pandemie op de openbare ruimte en hoe kan je de openbare ruimte inrichten dat aansluit op zijn gebruikers?

Dit is de vraag die ik wil beantwoorden met mijn onderzoek. En om het gebruik, beleving en relatie met de openbare ruimte in tijden van COVID-19 in kaart te brengen ben ik op dit moment interviews aan het houden. Op deze manier kan ik goed de achterliggende gedachte en onderbouwing onderzoeken. Ik zit nog midden in het proces, maar er komen al interessante bevindingen naar boven! Ik wil nu dus ook één bevinding met jullie delen:

Naar buiten voor recreatie, ontspanning en sport
in plaats van naar buiten om van A naar B te komen

Ik vroeg aan de respondenten: ‘Zijn jullie nu meer of minder buiten?’  Waarop de meesten antwoord gaven als ongeveer gelijk, en soms iets minder, maar waarbij duidelijk werd dat het niet per se om meer of minder gaat, maar  waarom ze buiten zijn. Veel mensen waren voor COVID-19 buiten als ze onderweg waren, en om van A naar B te komen. Maar op dit moment is dat veel minder, en zijn er andere redenen om buiten te zijn, bijvoorbeeld wandelen ter ontspanning, sporten en ontmoeten van mensen, omdat dat veiliger voelt.  De openbare ruimte fungeert nu voor veel meer activiteiten, dan voornamelijk een doorgangsfunctie. Dat was natuurlijk ook al zo, maar de hoeveelheid en het gebruik van de verschillende functies is gestegen.

Foto van Unsplash

Daarnaast, is de manier hoe wij ons bewegen ook veranderd. Hierbij haak ik in op het wandelen. Alle respondenten (tot nu toe) geven aan meer te zijn gaan wandelen. Ieder voor zijn eigen reden zoals, beweging, ontspanning, frisse neus, ontmoeting, om ergens naar toe te gaan of een combinatie van alles.  Wandelen lijkt op zich niet een hele schokkende verandering, maar vaak wordt de kracht van het ‘slomer verkeer’ onderschat. Naast dat wandelen gezond is, vind ik het interessant om te zien dat de beleving van de openbare ruimte anders wordt ervaren. De respondenten gaven aan nieuwe dingen te hebben ontdekt in hun eigen buurt, omdat je ‘langzamer’ en anders door je buurt beweegt. Sommige respondenten voelen zich zelfs dichter bij de buurt te staan, omdat je nu meer en bewuster leef in je directe omgeving.  Eén respondent kwam er zelfs achter, dat ze een gigantisch park vlak bij haar huis heeft, maar omdat dit nooit echt op haar route lag, dit nooit echt gerealiseerd te hebben. En dit park nu wel waardeert omdat ze nu meer wandelt. Daarnaast komt het gebrek van zitmogelijkheden ook nu omhoog. Sommige respondenten vinden dat er te weinig (coronaproof) zitplekken zijn om even op te kunnen zitten tijdens de wandeling.  Dus andere dingen waarderen is ook een belangrijk punt, want als de gebruikers nu andere behoeftes hebben in de openbare ruimte, sluit de openbare ruimte nog wel aan op deze wensen?

Hier ga ik mee verder, maar wat vooral belangrijk is, zijn deze behoeften tijdelijk? Of zijn er ogen geopend en dus ook voor het lange termijn? En zijn pandemieën de toekomst? Zo ja, hoe kunnen we een openbare ruimte flexibel indelen om in te spelen op (toekomstige) pandemieën?